Mondelinge vraag: evaluatie organogram van de provincie Vlaams-Brabant

Op 12 april 2016

PROVINCIERAAD VLAAMS-BRABANT VAN 12 APRIL 2016

Mondelinge vraag van N-VA-provincieraadslid Martine Janssens i.v.m. de evaluatie van het organogram van de provincie Vlaams-Brabant

Na talloze vragen en evenveel aankondigingen van een grondige bespreking inzake de evaluatie van het organogram van de provincie binnen de commissie Financiën en Personeel, alsook enkele schriftelijke vragen hieromtrent, wens ik alsnog enkele concrete antwoorden en preciseringen op eerdere informatieverzoeken te bekomen.

Ik wil daarbij citeren uit het antwoord van de deputatie op mijn schriftelijke vraag van 3 maart ll.: “De evaluatie van het organogram en het doorvoeren van mogelijke efficiëntieverhogingen vormen een constante bekommernis en dit wordt waar nodig onderzocht”.

• Wat wordt er “onderzocht” en hoe wordt die noodzakelijkheid vastgesteld?
• Met welke periodiciteit wordt dit onderzocht?
• Op welke manier wordt dit onderzocht?
• Indien dit evaluatieonderzoek resultaten oplevert; is het mogelijk om de bekommernis m.b.t. de evaluatie van het organogram en het doorvoeren van efficiëntieverbeteringen, toe te lichten tijdens een commissie Personeel en Financiën?
• Is het tenslotte eveneens denkbaar om van de personeelsimpact op de overheveling van de bevoegdheden naar Vlaanderen, een terugkerend punt van bespreking te maken? Op deze manier kan vermeden worden dat wij documenten ontvangen met de vermelding ‘achterhaalde informatie’ , zoals recent n.a.v. een vraag van collega Joris Van den Cruijce i.v.m. inventarisatie van o.a. personeel verbonden aan het
beleidsdomein cultuur (het document dateerde van mei 2015).

 

Antwoord van gedeputeerde Ann Schevenels (Open VLD):

Mevrouw Schevenels  stelt vast dat een gelijkaardige vraag werd gesteld tijdens de raadscommissie financiën, fiscaliteit, personeel, vorming en informatica van 17 maart 2015 en 23 februari 2016 en dat mevrouw Janssens hierover tevens een schriftelijke vraag formuleerde.

Ze benadrukt dat het ook de bezorgdheid is van de leidinggevenden om te waken over een goede verdeling van de werkdruk en legt uit dat de wijziging van het organogram in 2013 hier zeker een
positieve verandering in teweegbracht.

Ze legt tevens uit dat het organogram geen heilig middel is om aan de werkdruk tegemoet te komen en stelt dan ook voor deze bespreking te houden in de volgende raadscommissie financiën, fiscaliteit,
personeel, vorming en informatica.

Daarnaast zegt ze akkoord te gaan met het voorstel om van de personeelsimpact op de overheveling van de bevoegdheden naar Vlaanderen een terugkerend punt van bespreking te maken, op
voorwaarde dat de deputatie werd geïnformeerd door Vlaanderen.

Mevrouw Janssens vindt dat dit punt zeker bespreekbaar moet zijn tijdens de raadscommissie financiën, fiscaliteit, personeel, vorming en informatica. Ze zegt haar mondelinge vraag te herhalen indien deze punten niet tijdens de raadscommissie worden behandeld.

 

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is