Mondelinge vraag: hygiëne in het personeelsrestaurant provinciehuis

Op 8 maart 2016

PROVINCIERAAD VLAAMS-BRABANT van dinsdag 8 maart 2016.

Mondelinge vraag van Linda De Dobbeleer – Van den Eede, fractievoorzitster N-VA, i.v.m. de hygiëne van het personeelsrestaurant in het provinciehuis.

Het proces-verbaal van de vergadering van het Hoog overlegcomité voor het niet-onderwijzend provinciepersoneel van 19 januari jl. schetst een ontstellend beeld van de (on)hygiënische situatie in het personeelsrestaurant in het provinciehuis. In dergelijk verslag verwacht men niet meteen inbreuken zoals vervallen voedingswaren en een keuken die slechts twee keer per week wordt gepoetst.

 Het verslag werkt verder de indruk dat er – zacht uitgedrukt – nogal empatisch wordt omgesprongen met de vaststellingen en overtredingen – en ik citeer twee letterlijke fragmenten uit het verslag:“(…) er zijn inderdaad nog andere werkpunten voor Salons Georges, maar deze zijn altijd bereid te luisteren en ook effectief investeringen te doen om de situatie te verbeteren. (…) De cateraar doet ten slotte wel moeite.”

 Al in juli 2012 maakte de voedselinspectie (FAVV) melding van ernstige problemen inzake de hygiëne in de keuken van het provinciehuis en stelde daarbij verschillende inbreuken tegen de wetgeving inzake voedselveiligheid vast. Op 20 november 2012 stelde ik trouwens ook al een mondelinge vraag over de problemen met de hygiëne in het personeelsrestaurant (bron: beknopt verslag van de provincieraad van 20/11/2012, pp. 2-3.) Het voedselagentschap gaf toen zes maanden tijd om aan de situatie te verhelpen.

(1) Wanneer en door wie werd de rondgang in het personeelsrestaurant uitgevoerd?

Antwoord van gedeputeerde Walter Zelderloo (Open VLD): «De datum van het bezoek was 12 januari 2016. Er was een afvaardiging van de werkgevers en de werknemers en een interne en externe preventiedienst.»

(2) Kan er een concreet en volledig overzicht worden gegeven van nieuwe vastgestelde “inbreuken” inzake voedselveiligheid en –hygiëne?

Gedeputeerde Zelderloo: «Lokalen en materialen waren tijdens de rondgang niet proper. Snijplanken mogen enkel worden gebruikt voor het snijden van de daartoe bestemde voedingswaren en dat bleek ook niet in orde te zijn. Het principe rond de houdbaarheid van goederen moet worden gehanteerd: er was geen vervaldatum, noch een productiedatum terug te vinden op een verpakking van hamburgers in de diepvries. Een product met gevaarlijke eigenschappen stond naast de opslag van voedingswaren.»

(3) Hoe verklaart men dat er na implementatie van een gecertificeerd controlesysteem eind 2012, opnieuw sprake is van inbreuken “die niet door de beugel kunnen”. (o.c.: PV hoog overlegcomité voor het niet-onderwijzend provinciepersoneel, 19.01.2016. p. 4);

Gedeputeerde Zelderloo: «De cateraar wordt onderworpen aan interne audities  en veiligheidscontroles. Daarnaast vinden op regelmatige tijdstippen overlegmomenten plaats met de cateraar waarop de bepaling van het contract worden opgevolgd, besproken en bijstuurd. Tijdens het overleg van 19 januari werden de inbreuken, vastgesteld tijdens de rondgang van 12 januari,  besproken. De cateraar liet weten zijn verantwoordelijkheid te nemen en heeft zich geëngageerd om de nodige maatregelen te nemen. De dienst facilitair beheer heeft ter opvolging een extra controle gehouden op 3 maart 2016. Deze controle toonde aan dat niet alle aspecten werden opgevolgd door de cateraar.»

(4) Werd het Proces-Verbaal van het ‘Hoog Overlegcomité voor het niet-onderwijzend provinciepersoneel’ door de deputatie besproken en zo ja wanneer?

Gedeputeerde Zelderloo: «Het verslag van het Hoog Overlegcomité wordt verdeeld tussen de gedeputeerden, maar niet formeel besproken in de deputatie.»

(5) Hoe ernstig wordt de situatie ingeschat en opgevolgd en welke concrete maatregelen worden (of werden ondertussen) genomen?

Gedeputeerde Walter Zelderloo: «Het provinciebestuur neemt de inbreuken ernstig en onderneemt de nodige maatregelen. De cateraar werd aangesproken op de inbreuken en heeft zich formeel geëngageerd om hier een passend gevolg aan te geven. Uit de resultaten van de controle van de dienst facilitair beheer op 3 maart blijkt dat de cateraar niet voldoet aan de hygiënische richtlijnen. De cateraar is opnieuw uitgenodigd voor een overleg dat nog deze week zal plaatshebben, nl. op vrijdag 10 (sic) maart 2016. Conform art. 3 van de consessieovereenkomst zal de cateraar in gebreke worden gesteld omdat de cateraar, Salons Georges, opnieuw niet de gepaste maatregelen heeft genomen. Dit zal op de deputatie worden voorgelegd.»

(6) Worden er maatregelen voorzien indien  de overtredingen zich in de toekomst nogmaals herhalen en zo ja, om welke maatregelen gaat het daarbij?

Gedeputeerde Zelderloo: «Het provinciebestuur vindt dit onaanvaardbaar en zal stappen zetten om de regels te laten naleven door de cateraar. De cateraar zal nogmaals gewezen worden op de contractuele verplichtingen en de bijzondere aandacht en zorg die ze dagelijks aan de dag dient te leggen om de prestaties uit te voeren, conform de vigerende wetgeving. De cateraar zal formeel op zijn verantwoordelijkheden gewezen worden d.m.v. een ingebrekestelling.»

Linda Van den Eede, fractievoorzitster N-VA: «Ik ben wel verwonderd dat er al een opvolging is gebeurd en dat ook daar niet werd voldaan aan de voorschriften. Dit gaat toch wel echt te ver. Hebben zich ondertussen problemen voorgedaan bij het personeel of bezoekers van het restaurant?»

Gedeputeerde Zelderloo: «Qua gezondheidsproblemen hebben wij geen enkele opmerking gekregen.»

Linda Van den Eede: «Ik zal het vervolg dan wel lezen in de notulen van de deputatie?»

Raadsvoorzitter Chris Taes: «Absoluut».

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is