Mondelinge vraag: informatie-initiatieven over afslanking provincie

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT - PROVINCIERAAD VAN 28 JUNI 2016

Mondelinge vraag van provincieraadslid Lucia Dewolfs (N-VA) i.v.m. de provinciale communicatie over vernieuwde taakstelling, de gewijzigde financiering van de provincies en de overdracht van persoonsgebonden bevoegdheden.

De nakende, vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies stelt, samen met de overdracht van de persoongebonden bevoegdheden, hoge, interne organisatorische eisen aan de provincie.
In dat verband had ik willen vernemen of, en zoja hoe het provinciebestuur over dit veranderingsproces met de inwoners van Vlaams-Brabant communiceert?
Meer concreet: welke initatieven, middelen en boodschappen zet het provinciebestuur daarbij in of voorziet zij in dit verband in te zetten? Welke zijn de prioritaire doelgroepen tot wie de provincie zich richt en voorziet zij ook informatie-initiatieven voor en gericht naar het algemene publiek, i.c. de inwoners van Vlaams-Brabant?

Antwoord gedeputeerde Monique Swinnen | Transcriptie

«In welk traject zitten wij momenteel?
- In 2014 hebben we een eerste verevening gehad van bevoegdheden en financiële vereveningen op deelpakketjes van persoonsgebonden materies;
- In 2015 hebben we de afschaffing van het provinciefonds gehad. Toen werd er gezegd; vanaf 2016 gaan er geen opcentiemen meer kunnen geheven worden door de provincies. En vanaf 2017 zullen de
bevoegheden van de persoonsgebonden materies overgedragen worden naar Vlaanderen;

Waar staan we vandaag?
- We kennen een voorstel dat voor advies wordt voorgelegd aan de Raad van State om (1) vanaf 1 januari 2018 de provincie wel nog de bevoegdheid te geven om opcentiemen te heffen, zij het in een beperktere versie én (2) de persoonsgebonden bevoegdheden over te dragen aan Vlaanderen;

Dus, ik zou niet weten waarover wij nu de Vlaams-Brabanders moeten informeren. Wij informeren op het moment dat de feiten gekend zijn. Ik denk dat de bevoegde minister voor heel deze operatie op dit moment ook liever  heeft dat er daar niet teveel sfeermakerij rond is, maar dat er gewacht wordt op de concrete feiten. Zodra die gekend zijn – in de tweede helft van 2017 – heeft deze legislatuur nog 11 maanden te gaan – en gaan we inderdaad al onze communicatiekanalen die we ter beschikking hebben (het magazine, rubrieken in kranten, radio, persmedelingen, perstoelichting, etc.) inzetten om daarover te communiceren.

We hebben in 2015, op vraag van een aantal verenigingen, een brief gestuurd naar de gemeentebesturen om te zeggen: 'let op, want de verenigingen uit de welzijns-, cultuur-, sportwereld, enz. gaan wellicht bij u
aankloppen als gemeentebestuur omdat we weten dat we een aantal dingen zullen stoppen.' Hoe hoe lang en wat wisten wij toen ook niet … We hebben die brief toen uitgestuurd. Ondertussen weten we dat we tot eind 2017 die bevoegdheid gaan verderzetten.

Op het moment dat we concreet zullen weten wat er gebeurt – en dat hebben we ook in 2014 gezien – hebben we bevoegde ministers die toen de bevoegdheden overnamen, samen met de provincie of individueel aan organisaties een brief gestuurd met de mededeling van de overdracht. Ik vermoed dat dus de communicatie daarrond ook deze keer zal afgesproken worden met de sectorministers en voor de rest kan ik alleen zeggen dat wij binnen twee weken gaan beginnen aan de opmaak van ons budget 2017, in de omstandigheden zoals wij die nu kennen.»