Mondelinge vraag: aanleg gecontroleerd overstromingsgebied Birrebeek en Grote Heidebeek in Meise en Nieuwenrode

PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT - vergadering van 2 februari 2015

Mondelinge vraag van N-VA-provincieraadslid Lena Ghysels i.v.m. de aanleg van het gecontroleerd overstromingsgebied langs de Birrebeek en Grote Heidebeek in Meise en Nieuwenrode

Tijdens zware regenval van 15 januari ll. kreeg het centrum van Nieuwenrode opnieuw te kampen met aanzienlijke wateroverlast. Hoewel we allemaal vertrouwd zijn met de mistroostige beelden van ondergelopen huizen en blanke straten, zal de terugkerende waterellende voor de getroffenen nooit wennen. De oorzaak is hier voldoende gekend: bij zware regelval treedt de Birrebeek telkens buiten haar oevers. Inmiddels hebben de bewoners schoon genoeg deze aanslepende situatie.

In de geactualiseerde meerjarenplanning ‘waterlopen/Benedenscheldebekken’ van augustus 2015 wordt in 2016 voor de Birrebeek-Grote Heidebeek op de grens van Meise met Nieuwenrode, stroomopwaarts van Nieuwenrode, een budget voorzien voor de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied. Volgens de provinciale administratie is de aankoop van de gronden daartoe inmiddels zo goed als rond en zouden de werken op korte termijn kunnen worden aangevat.

Graag vernam ik de actuele stand van zaken met betrekking tot dit dossier:
• Is de stedenbouwkundige aanvraag inmiddels vergund? Indien niet; tegen wanneer zal deze vergunning worden afgeleverd?
• Kan de deputatie bevestigen dat alle problemen m.b.t. de te kopen gronden van de baan zijn?
• Is er al een concrete datum voorzien voor de aanvang van de werken?
• Hoe lang zullen deze werken in beslag nemen?

Antwoord gedeputeerde Monique Swinnen: «In 2006 heeft de provincieraad reeds het ontwerp goedgekeurd voor het overstromingsgebied op de Birrebeek. Het jaar nadien hebben we daarvoor de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd en in 2008 verkregen. Op het moment dat we begonnen zijn met het verwerven van de grond is er één eigenaar, die daar veel grond heeft, die niet in der minne wil verkopen, niettegenstaande de plannen beperkte invloed hebben op het domein. Daarop heeft de provincie een procedure opgestart om uiteindelijk over te gaan tot gerechtelijke onteigening. Die procedure is afgerond.

Ondertussen vernietigde de Raad van State in 2011 de hertekende stedenbouwkundige vergunning. Op 8 november 2013 heeft de provincie van de dienst MER opnieuw een ontheffing gekregen voor een termijn van vier jaar. Die MER-ontheffing is op 22 oktober 2015 door de eigenaar-die-niet-wenst-te-verkopen betwist, waarbij opnieuw een nietigverklaring werd gevraagd. Op 9 juli 2015 heeft de deputatie opnieuw een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd o.b.v. o.a. de MER-ontheffing. De provincie wacht nu op die stedenbouwkundige vergunning. We weten dat het college van Kapelle-op-den-Bos het openbaar onderzoek ondertussen heeft afgerond en de resultaten kan doorgeven. De huidige stedenbouwkundige vergunning die de provincie nu vraagt is dezelfde als die die werd verleend in 2007. Voor deze werken heeft de provincie 1.420.000 euro opzij staan. Aan deze snelheid vermoed ik echter dat de werken ook niet voor dit jaar zullen zijn. Stel dat we dit jaar toch zouden kunnen starten, dan zullen de werken op 130 werkdagen voltooid zijn... alleen weten we niet wanneer we zullen mogen starten.»