Mondelinge vraag: daling startende ondernemers in Vlaams-Brabant

Op 7 december 2015

PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT - vergadering van 8 december 2015


Mondelinge vraag van de heer Diederik Dunon van 7 december 2015 betreffende startende ondernemers in Vlaams-Brabant

Op 20 november 2015 maakte de ondernemersorganisatie Unizo bekend dat er tijdens de eerste negen maanden van dit jaar in Vlaanderen – in vergelijking met 2014 – 2,4 procent meer startende ondernemers werden geteld. Uit de cijfers blijkt dat Vlaams-Brabant, als enige provincie, een daling van het aantal starters telt.

• Heeft de deputatie terzake een analyse gemaakt, alsook een verklaring voor deze achteruitgang, rekening houdend met de sterke profileringsinspanningen om de provincie als kennis- en logistieke regio op de kaart te zetten?
• Welke conclusies inzake economisch beleid trekt de deputatie uit deze terugval?
• In het meerjarenplan – onder ‘Verantwoord Ondernemerschap’ – stelt de provincie ‘het ondernemerschap te stimuleren met speciale aandacht voor het onderwijs en ondernemerseducatie als een belangrijk element  voor gezond ondernemerschap.’ Ziet u terzake een noodzaak tot bijsturing of herziening van de strategie t.a.v. startende ondernemers?
• Investeert de deputatie voldoende middelen om startende ondernemers te ondersteunen en worden de ‘beperkte’ middelen voldoende optimaal ingezet?

 

 Antwoord van gedeputeerde Marc Florquin: «De analyse van Unizo klopt. In Vlaams-Brabant en Limburg daalt het aantal starters met respectievelijk 1,1 en 1,4 procent ten opzichte van 2014.  In 2014 steeg het aantal starters in Vlaanderen evenwel met 7,61 procent en in Vlaams-Brabant met 7,27 procent (t.o.v. 2013). Er is dus niet alleen in Vlaams-Brabant een algemene dalende tendens wat aantal starters betreft, maar in heel Vlaanderen. In vergelijking met de andere provincies scoort Vlaams-Brabant  traditioneel minder goed  inzake startend ondernemerschap. De reden daarvoor is zeer moeilijk te achterhalen, maar misschien speelt de lagere werkloosheidsgraad een rol, waardoor Vlaams-Brabanders minder de stap zetten van een vaste job naar ondernemerschap. Daartegenover staat dat onze provincie het heel goed doet inzake slaagkansen van opgestarte bedrijven: die is veel groter t.o.v. de andere provincies (o.a. aangetoond door de Startersatlas 2015 en alle vorige edities)

De deputatie trekt uit deze terugval evenwel een heel belangrijke conclusies inzake economische beleid, nl. dat inzetten op ondernemerschap een belangrijk gegeven is en blijft. Of er nu al dan niet een bijsturing inzake meerjarenplan noodzakelijk is? Momenteel zie ik niet onmiddelijk een reden om het huidige actieplan bij te sturen. Dat neemt niet weg dat we de evolutie van startende ondernemers moeten blijven opvolgen en daar permanent inspanningen voor moeten blijven leveren. Indien nodig zullen we onze actieplannen ter zake eventueel moeten bijsturen of aanpassen.

Het beschikbare, beperkte budget waarover de provincie beschikt om startende ondernemers te ondersteunen, wordt zoveel mogelijk op een degelijke manier geïnvesteerd. Dat gebeurt door specifieke accenten te leggen die complementair aansluiten bij het Vlaams beleid, door bvb. het creëren en de ondersteuning van ondernemersvorming bij startende ondernemers, het stimuleren van ondernemerschap bij studenten  (o.a. LCIE, Leuven Community for Innovation driven Entrepreneurship, dat wij ondersteunen en met succes). Ook binnen het onderwijs blijft de provincie inspanningen blijven. Wij blijven m.a.w. alle mogelijke inspanningen leveren om startend ondernemerschap te motiveren en te stimuleren daar waar nodig.»

Diederik Dunon: U spreekt over een ‘beperkt budget’: dat is een beleidskeuze die de deputatie heeft gemaakt, maar gaat u met drie projecten (zie: indicatoren budget 2016 onder het subsidiereglement ondernemingsvorming) het tij kunnen doen keren? De echte indicatoren dat zijn immers de cijfers. Vlaams-Brabant daalt inzake ondernemers: dát is in feite de echte indicator.

Marc Florquin: «Vlaams-Brabant daalt niet wat ondernemers betreft, maar enkel wat startende ondernemers betreft. Die daling is een algemene tendens binnen Vlaanderen. Wij gaan blijven investeren conform het (beperkt) budget dat we hebben voorzien. Het is echter niet louter investeren naar startende ondernemers: we leveren daarnaast ook veel andere inspanningen inzake economisch beleid.»

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is