Mondelinge vraag: hervorming van de Bosgroepen en Regionale Landschappen

Op 20 oktober 2015

PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT - vergadering van 20 oktober 2015


Mondelinge vraag van de heer Joris Van den Cruijce van 18 oktober 2015 met betrekking tot de hervorming van de Bosgroepen en de Regionale Landschappen.

De heer Van den Cruijce licht toe dat de deputatie recent een beslissing nam in verband met de hervorming van de bosgroepen en regionale landschappen. Aan die beslissing ging een inspraakronde vooraf met het participatie-adviesbureau Levuur. De bedoeling was de basis dichter bij elkaar te brengen. Die doelstelling werd alvast gehaald: de vertegenwoordigers van de bosgroepen en regionale landschappen hebben immers, buiten de initiatieven van Levuur om, hun contacten op punt gesteld. Daarbij rezen er enkele opmerkingen over de conclusies van Levuur.

In deze context stelt hij de volgende vragen:

Hoe zit het met de juridische aspecten van de hervormingsbeslissing: is het decretaal niet verplicht of op z’n minst aan te bevelen dat er een vzw bestaat voor de bosgroepen?
Heeft de provincie bosdoelstellingen in haar beleidsplan staan? Is er een garantie dat de bosgroepwerking een belangrijke pijler wordt in de vernieuwde werking van regionale landschappen? Zal de bosgroepwerking daarbij nog langer kunnen steunen op actieve en geëngageerde leden? Hoe denkt men dit opgebouwde vrijwillgerskapitaal te kunnen behouden?
Wat is er fout gelopen tijdens de inspraakronde? De meeste leden kozen duidelijk voor een gewijzigd scenario waarbij, per regio, zowel een vzw voor de bosgroepen als voor de regionale landschappen zou behouden blijven. Om deze visie kracht bij te zetten, kwamen de bosgroepen en regionale landschappen samen en formuleerden zij een gezamenlijk standpunt in een open brief. Heeft de provincie die brief ook ontvangen? Heeft de provincie hierop geantwoord?
De provincie kantelt verder nog extra personeel in. Is dit geen voorbeeld van top-down structuur?
Als de basis aangeeft dat de fusie van de bosgroepen en regionale landschappen geen efficiëntieverhoging toevoegt; waarin schuilt dan de meerwaarde van deze hervormingsoperatie?

Antwoord:

Mevrouw Roefs, gedeputeerde, legt uit dat het natuurdecreet stelt dat een bosgroep een duurzaam samenwerkingsverband is tussen terreinbeheerders. Een bosgroep heeft het statuut van private rechtspersoonlijkheid, onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Het is niet de bedoeling hieraan iets te veranderen. De vzw’s bosgroepen kunnen blijven bestaan, indien zij dit wensen. De provinciale beleidsdoelstelling binnen deze context bestaat erin om mee te werken aan het versterken van de biodiversiteit.

Uit het participatietraject dat liep van juni tot en met september 2015, kwam als eindresultaat duidelijk naar voren dat bij alle betrokken en (ook de regionale landschappen en de bosgroepen) een gemeenschappelijk draagvlak ontstaan was voor een scenario, waarbij de werking van de betrokkenen in de toekomst zou georganiseerd worden vanuit één vzw per regio. Dat komt overeen met wat als gezamenlijk standpunt in de open brief van de regionale landschappen en de bosgroepen geformuleerd werd als gemeenschappelijke keuze en consensus.

Letterlijke quote uit de brief: “Gaandeweg werd het tijdens de stakeholdersfora duidelijk dat er bij alle betrokkenen grote eensgezindheid was rond een model met een gebiedswerking via een loket
per regio vanuit aparte vzw’s (gewijzigd ‘scenario 5’). Ook de Regionale Landschappen en ondertekenende Bosgroepen onderschrijven deze piste volmondig en kiezen expliciet en vanuit een onderlinge consensus voor dit scenario.” Op scenario 5 zal nu dus ook verder worden gebouwd. De provincie heeft niet op de brief geantwoord.

Wat de inkanteling van extra personeel betreft, zijn er nog geen concrete beslissingen. Dit is voorwerp van verder onderzoek en bespreking in een vervolgproces, waarin de regionale landschappen en de bosgroepen zullen betrokken worden. Een eerste uitnodiging hiervoor is al vertrokken naar de betrokken partners. Er is geen sprake van een fusie. Het is perfect mogelijk dat de bosgroepen zich verder blijven organiseren als vzw’s en dat zij als vzw deel zullen blijven uitmaken van een Regionaal landschap. Het rapport dat Levuur heeft opgesteld is openbaar en toegankelijk voor iedereen. Er volgt een proces, waarin de transitie naar de toekomstige situatie verder vorm zal gegeven worden. Daarin zullen ook de aspecten zoals verhogen van efficiëntie bekeken worden.

De heer Van den Cruijce vraagt waarom de andere provincies deze beslissing niet nemen. Daarnaast stelt hij een vertrouwensbreuk vast tussen de provincie en de basis. Er wordt een loket per regio met aparte vzw’s voorzien en dan lijkt het hem logisch dat de twee vzw’s met een loket naar het publiek gaan. Hij vindt dat er nog te veel onduidelijkheid is en dat er te weinig overleg is met de basis en de deputatie.

Mevrouw Tie Roefs, gedeputeerde, zegt dat er een overleg is geweest met de basis om de beslissing terug te koppelen. Het was een beslissing in de lijn van de verwachtingen van de Regionale Landschappen en de Bosgroepen. De gebiedsgerichte werking, waarbinnen vijf vzw’s de hefboom zullen zijn, wordt gedragen door de basis.

De heer Van den Cruijce vraagt of er dan geen rechtstreekse lijn meer is met de bosgroepen en de provincie.

Mevrouw Tie Roefs, gedeputeerde, antwoordt bevestigend.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is