Mondelinge vraag: milieunormen windmolenparken

PROVINCIERAAD VLAAMS-BRABANT van dinsdag 8 maart 2016

Mondelinge vraag van Joris Van den Cruijce, provincieraadslid N-VA, over milieunormen voor windmolenparken.

Met de omgevingsvergunning zal de provincie een belangrijke rol krijgen om te bekijken waar windmolens kunnen worden geplaatst. Een goed instrument daarbij is de energiekansenkaart. 

• Is er al zicht op de beschikbaarheid van deze energiekansenkaarten?
• Welke milieunormen worden doorgaans in acht genomen bij een windmolenproject?
• Op welke manier wordt er rekening gehouden met geluidsoverlast en wordt in milieuvergunningen een beperking van het geluidsniveau ingeschreven?

Antwoord van gedeputeerde Ann Schevenels (Open VLD):

«Wat betreft energiekansenkaarten zitten we in de eindfase: het dossier word eind volgende week geagendeerd  bij de deputatie en ik denk dat het goed nieuws is dat we gemeentebesturen daarin gaan kunnen begeleiden, niet in alleen inzake windenergie, maar over alle mogelijke vormen van hernieuwbare energie.»

Antwoord van gedeputeerde Tie Roefs (Groen):

«Wat milieunormering betreft verwijs ik naar de Vlarem II-wetgeving en daarbinnen zijn drie hoofdstukken relevant:
- hoofdstuk 4.5 handelt over de algemene milieuvoorwaarden;
- hoofdstuk 5.12. dat gaat over electriciteit;
- en afdeling  5.20.6 van datzelfde hoofdstuk 5 dat specifiek gaat over installaties voor het opwekken van electriciteit d.m.v. windenergie;

Bij windturbines gaat het inzake milieunormering doorgaans over geluid en slagschaduw:
Inzake geluid maakt de milieuwetgeving onderscheid tussen het turbinegeluid en het pulserend geluid van de wieken.  Slagschaduw ontstaat wanneer het zonlicht een grotere intensiteit heeft dan 120 watt per vierkante meter en er een flikkereffect ontstaat. Volgens de wetgeving mag er per jaar maximaal 8 uur/jaar  en maximaal 30 minuten/dag sprake zijn van slagschaduw;

 De geluidsnormering varieert voor woongebieden, agrarische gebieden, natuurgebieden… De norm die niet mag overschreden worden in een woongebied bedraagt 44 dBA, in agragrisch of natuurgebied; 48 dBA. In principe wordt er een afstand van 250 meter tot 300 meter gehanteerd.»