U bent hier
Mondelinge vraag: plan-MER (milieueffectrapport) Asse
Schriftelijke vraag van Joris Van den Cruijce, provincieraadslid N-VA, over het plan-MER in het kader van de afbakening van het Kleinstedelijk Gebied Asse.
Bij het opstellen van het plan-MER in het kader van het Kleinstedelijk Gebied (KSG) Asse, nam de provincie het studiebureau ANTEA onder de arm. Zijn er aan het studiebureau randvoorwaarden meegegeven bij het uitvoeren van hun onderzoek? Werd er geïnsinueerd dat een mogelijk tracé voor de rondweg compatibel moest zijn met het door de gemeente Asse goedgekeurde mobiliteitsplan?
Waarom zijn er geen alternatieve mobiliteitsplannen voorgesteld bij de tracévoorstellen die niet in aanmerking werden genomen? Het gemeentelijk mobiliteitsplan ging uit van een één bepaald voorstel voor het ringtracé: indien de uitvoering van het mobiliteitsplan een voorwaarde was voor het studiebureau, werd er hier dan geen kringredenering gevolgd? Het ringtracé, vervat in het mobiliteitsplan, is dan eigenlijk een voorwaarde voor het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP geworden.
Antwoord van de deputatie (15 februari 2016)
«De opdracht die verwacht werd, is beschreven in het bestek dat voor de studieopdracht werd uitgeschreven. Dit bestek werd dus meegegeven aan het studiebureau Antea (net als aan de andere mogelijk geïnteresseeerde studiebureaus). Er werden hierbij uiteraard geen insinuaties meegegeven over mogelijke uitkomsten van de studies die nog moesten uitgevoerd worden.
Het mobiliteitsplan van de gemeente werd, net als andere bestaande planbeleidsdocumenten, als gegeven aangeleverd aan Antea. Zo werden bv. ook het provinciaal ruimtelijk structuurplan, het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, alle ruimtelijke uitvoeringsplannen binnen de gemeentegrenzen, het RESOC-streekpact, en vele andere doucmenten als vertrekbasis meegegeven bij de start van de opdracht. Al deze documenten zijn namelijk beleidsdocumenten die een eigen opmaak- en goedkeuringstraject hebben doorlopen en reeds voor de opmaak van het provinciaal planningsproces voor het kleinstedelijk gebied Asse de leidraad vormden voor het beleid in de gemeente.
Dergelijke documenten worden allemaal als gegeven meegenomen bij de start van een project en worden niet meer opnieuw in vraag gesteld, net omwille van het officiële traject dat ze reeds doorlopen hebben. Elk planningstraject start van een aantal aannames en doelstellingen, en de bestaande beleidsplannen maken hier deel van uit. Binnen een afbakeningsproces is het niet de bedoeling dat het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan volledig in vraag wordt gesteld en hermaakt, het mobiliteitsplan opnieuw wordt opgesteld...
Het rondwegtracé uit het mobiliteitsplan is niet als een vaststaand gegeven meegenomen binnen het provinciaal planningsproces. De uitgangspunten van het mobiliteitsplan zelf, met name de doelstelling om een verkeersarme kern te creëren, knippen door te voeren in het centrum om ongewenst (sluip)verkeer te weren... zijn wel als doelstelling vooropgesteld binnen het provincial planningsproces. Bij de beoordeling van de onderzochte alternatieven is onder meer een toetsing aan deze doelstellingen gebeurd.»