Mondelinge vraag: voortgang hervorming Bosgroepen en Regionale Landschappen

Op 10 mei 2016

PROVINCIERAAD VAN 10 MEI 2016

Mondelinge vraag van N-VA provincieraadslid Joris Van den Cruijce van 7 mei 2016 over de voortgang hervorming van Bosgroepen en Regionale landschappen.

 

In verband met het transitieproces van de Bosgroepen en Regionale Landschapen wens ik volgende vragen voor te leggen:

• Wat zijn de belangrijkste conclusies tot dusverre in verband met het transitieproces in het kader van de hervorming van de Bosgroepen en Regionale landschappen?
• Verloopt het transitieproces nog steeds in een sfeer van consensus tussen alle betrokken partijen?
• Zal de timing worden gehaald om voor de zomer van 2016 tot een definitieve regeling te komen, die kan ingaan in 2017?
• Is er een terugvordering ingesteld van de subsidie voor de bosgroep Dijle-Geteland en heeft er in deze al (een voorbereidend) contact plaatsgevonden tussen de deputatie en de getroffen bosgroepwerking?

Antwoord van gedeputeerde Tie Roefs (Groen):
"De laatste stuurgroep van het transitieproces van de Bosgroepen en Regionale landschappen, vond plaats op 23 maart 2016. Daar werd een rapport goedgekeurd dat werd opgesteld door de administratie in samenspraak met de Regionale landschappen en Bosgroepen. Op basis van dat rapport zal de deputatie een beslissing nemen over de toekomstige samenwerking. Die beslissing is nog niet genomen, maar staat er de volgende maanden aan te komen. Het is wel zo dat de vertegenwoordigers van de Bosgroepen tijdens de loop van het proces dat voorafgegaan is aan de opmaak van het rapport, uit het overleg zijn gestapt. Dat was hun keuze en dat betreuren wij ten zeerste.

De Bosgroepen waren wel opnieuw vertegenwoordigd op de finale werkgroep van 23 maart 2016, maar verklaarden zich daar dus niet akkoord met het voorliggende eindrapport. De vertegenwoordigers van de Regionale landschappen keurden dit rapport wél goed.

Ik wens te benadrukken dat het hele proces in het algemeen zeer constructief verlopen is en dat de administratieve medewerkers van de provincie  (i.c. de diensten Leefmilieu, Erfgoed en Organisatie & Planning) er alles aan gedaan hebben om het overleg op een constructieve manier te laten verlopen. Ze hebben heel veel tijd gestoken in het streven naar een zo goed mogelijke uitkomst voor alle betrokken partijen en ik wens hen hiervoor van harte te bedanken.

Het is de ambitie van de deputatie om in de loop van de volgende weken te beslissen over de toekomstige samenwerking, met de bedoeling die te laten ingaan op 1 januari 2017. De vooropgestelde timing willen we nog altijd behalen.

Met betrekking tot uw laatste vraag: op de deputatie van 14 april 2016 werd voor de Bosgroep Dijle-Geteland een terugvordering beslist op basis van de ingediende resultatenrekening 2015. Aangezien de betrokken bosgroep niet kon aantonen dat de toegekende subsidie voor het werkingsjaar 2015 werd opgebruikt, wordt – en dat is gebruikelijk – een gedeelte van de subsidie teruggevorderd. Op diezelfde deputatie werd een toekenning van de middelen goedgekeurd voor 2016 o.b.v. de ingediende begroting van de bosgroep Dijle-Geteland en i.f.v. dit dossier is er contact geweest met de betrokken bosgroep en zijn zij akkoord gegaan met deze manier van werken.”

Joris Van den Cruijce: "U zegt ‘er is een zeer goed onderling contact geweest’, weliswaar hebben de bosgroepen het merendeel van het overleg verlaten. Ik begrijp dan niet zo goed hoe dat zit, omdat we wel weten dat de voorliggende regeling van in het begin niet denderend gedragen werd door de bosgroepen. Ik denk dat we daar een politieke verantwoordelijkheid in hebben. Ik heb daarover onlangs nog een mail gestuurd naar uw kabinet, maar heb daar nog geen antwoord op gekregen. Maar ik denk dat we hier alle zeilen moeten bijzetten om een situatie recht te trekken. Het eerste punt dat we daarbij moeten aanvaarden is dat de situatie in het verleden is scheefgelopen."

Antwoord van gedeputeerde Roefs:
"Wat uw (bijkomende) opmerking betreft: de deputatie heeft nog extra  verantwoordelijkheid opgenomen. We hebben als deputatie de vertegenwoordigers van de Regionale landschappen en de Bosgroepen ontvangen. De dialoog is open en blijft door ons gehandhaafd."

Joris Van den Cruijce: "In verband met de terugvordering (van subsidies aan de bosgroep Dijle-Geteland): het probleem met de bosgroep van Dijle-Geteland is dat zij in het verleden misschien te weinig sociaal passief hebben opgebouwd en dat zij de verantwoordelijkheid over het aannemen van personeel door een Raad van Bestuur, niet altijd hebben durven of kunnen dragen. De vraag was of een deel van die subsidie kon worden overgedragen naar volgend jaar om daarmee een sociaal passief op te bouwen? Zij moesten dit vragen aan de provincie en hebben dat ook gedaan.
Ik heb het verslag opgevraagd van het overleg dat er geweest is tussen de provincie en de betrokken bosgroep op 16 juni 2015. Daarbij vraagt de bosgroep Dijle-Geteland: «(…) men zal misschien niet al het geld gespendeerd hebben tegen het einde van het jaar, maar we willen een buffer aanhouden om begin volgend jaar verder te werken, kan dit?» ‘In principe wel’, is het antwoord van de provincie, vermits de overeenkomst geldt voor zes jaar.»
In de samenwerkingsovereenkomst staat inderdaad dat er een vereffening kan gebeuren na zes jaar, wanneer de gelden niet zijn opgebruikt.
Is mijn informatie correct en is uw handelwijze in die zin ook correct? Want er wordt niet van een terugvordering gesproken. Er wordt wel expliciet gezegd dat er na zes jaar een vereffening kan gebeuren. Zo staat het in de samenwerkingsovereenkomst."

Antwoord van gedeputeerde Roefs:
“Wij werken voor alle bosgroepen op jaarbasis: dat is de werkwijze die we blijven hanteren, tot we misschien tot een andere overeenkomst zullen komen. We hebben alles goed nagegaan. We hebben ook overlegd met de betrokken bosgroep. Ze zijn op de hoogte van onze werkwijze. Ze hebben een stukje terugbetaald omdat ze iemand hebben ontslagen en (daardoor) de kosten niet hebben gemaakt op de toegekende subsidie. Dat is gebruikelijk en geldt niet alleen voor de bosgroepen, maar geldt voor alle organisaties die van ons een subsidie krijgen. Anderzijds hebben ze voor 2016 middelen toegekend gekregen en die middelen – mits zij die kunnen rechtvaardigen – zullen zij ook effectief uitbetaald krijgen aan het einde van dit jaar. Ze zijn daar ook met ons akkoord.”

Joris Van den Cruijce: "De Bosgroep Dijle-Geteland heeft nu een subsidie van 45.000 euro gekregen, hoewel de verantwoording van dat bedrag niet zo duidelijk is. En u antwoordt niet op de gestelde vraag – en daarvan is verslag opgemaakt door de provincie –: ‘kunnen wij geld overdragen naar het volgend jaar?’. U zegt: ‘Neen, dan kan niet’. Maar de vertegenwoordiger van de provincie antwoordt: ‘In principe wel’. Zij hebben de vraag gesteld omdat er onduidelijkheid was. Er staat ook in de samenwerkingsovereenkomst dat de provincie moet vertegenwoordigd zijn in de bestuursorganen van de bosgroep. Dat is ook zo. De kwestie is ook ter sprake gekomen in de algemene vergadering in de Raad van Bestuur van de bosgroep Dijle-Geteland, waar de provincie ook vertegenwoordigd is."

 (De gouverneur vraagt het woord)

Gouverneur Lodewijk De Witte: “Ik wil toch nog even wijzen op de wettelijke context: elke subsidie wordt toegekend met een bepaald doel en als dat doel niet wordt gerealiseerd, moét de subsidie worden teruggevorderd. Dat is geen keuze. Misschien dat een ambtenaar van de provincie daar wat ruim is willen zijn om de samenwerking goed te houden, maar het is een vaste regel voor elke subsidie: als het geld niet besteed is aan het doel waarvoor de subsidie is gegeven, moet dat worden terugbetaald. Als de deputatie een keuze zou maken in een andere richting, overtreedt ze eigenlijk haar eigen regels in de Vlaamse wetgeving."

Joris Van den Cruijce: "Dat begrijp ik en u  geeft nu het antwoord dat u op 16 juni aan die Bosgroep had moeten geven. Maar daar is het tegendeel gezegd.In de samenwerkingsovereenkomst staat het zo ook niet uitgelegd, wel dat er een vereffening kan komen na zes jaar. En tenslotte, vanwaar het bedrag om voor dit jaar 45.000 euro toe te kennen aan de Bosgroep Dijle-Geteland, terwijl het andere subsidiebedrag van 109.000 euro tot in detail kan worden ‘uitgeteld’ om na te gaan vanwaar het bedrag afkomstig is?"

Antwoord van gedeputeerde Roefs:
"Dat (bedrag) is op basis van de uitgaven die men heeft kunnen rechtvaardigen voor 2015 en dat heeft alles te maken met het feit dat men een personeelslid ontslagen heeft. En dus, dat men er eigenlijk nu al van kan uitgaan dat ze het geld niet opkrijgen mochten we evenveel geven als aan andere bosgroepen en dat is in overleg met de betrokken bosgroep zo georganiseerd en geregeld. Ik begrijp niet goed of u aangesproken bent geweest door de betrokken bosgroep,  want deze heeft zich akkoord verklaard met deze werkwijze."

Joris Van den Cruijce: "Ik sluit af met te zeggen dat ik me mee wil engageren om samen met de deputatie, om dit recht te trekken. Jullie weten misschien dat de coördinator van Bosgroep Groene Corridor ondertussen ook ontslag genomen heeft. Dus we zitten nu met een grote en belangrijke erfenis van het verleden die dreigt verloren te gaan tegen dat er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst kan tot stand komen. Ik denk dat we moeten samenwerken om het tij nog te keren, indien dat nog mogelijk is."

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is