De afslanking van de provincies en de nobele kunst van het hinkstapspringen

Op 13 december 2016
Linda Van den Eede, N-VA-fractievoorzitter Vlaams-Brabant

Dinsdag 6 december 2016 gaven de meerderheidsfracties van CD&V, Open VLD, sp.a en Groen hun visie over het budget 2017 van de provincie Vlaams-Brabant. Op 13 december was het de beurt aan de oppositiepartijen. Namens de N-VA-fractie van Vlaams-Brabant gaf fractievoorzitter Linda Van den Eede haar repliek op de voorstelling van het budget 2017 en de meerjarenplanning 2014-2019 met als titel: 'De afslanking van de provincies en de nobele kunst van het hinkstapspringen'. Hieronder de integrale tekst van haar toespraak. 

Meneer de voorzitter,
Meneer de gouverneur,
Leden van de deputatie,
Beste collega’s,

E-commissies

«Afgelopen jaar – tijdens een onbewaakt moment waarbij de microfoon op het spreekgestoelte na een vergadering van de provincieraad was blijven openstaan – ving onze fractie op dat “de negativiteit altijd van de linkerzijde komt”.

Voor alle duidelijkheid: het ging daarbij niét om een sneer naar de  politieke linkerzijde, maar naar een welafgebakend deel van het halfrond waar zich de oppositiebanken bevinden.

Om het ondertussen vermaledijde adjectief ‘wereldvreemd’ te omzeilen, zal ik het er op houden dat het hier wellicht ging om een... hoe zal ik het formuleren?... "kribbige gemoedsuiting", die "negativiteit" verwarde met oppositie-voeren. Hebben we van een groot staatsman niet geleerd dat het de plicht is van de oppositie om oppositie te voeren?

En indien dat niet zo zou zijn, willen we deze onheuse opmerking graag de kop indrukken, door inleidend te benadrukken dat onze fractie tijdens het voorbije jaar verschillende positieve elementen zijn opgevallen:

•  Allereerst viel ons oog onmiddellijk op de tabel M2 met de Staat van het financiële evenwicht. Daarin dit keer geen opsmukte tabellen, maar een overzicht met de correcte cijfers. 

•  Ten tweede: voor wie zich onze tussenkomst van vorig jaar nog herinnert: 'de hond van Bertold Brecht' gromt nog steeds, maar niet meer zo grimmig als een jaar geleden, nu de provincie opnieuw, een weliswaar bescheiden bedrag uittrekt voor noodlijdende dieren in financieel noodlijdende dierenopvangcentra.

• In positieve zin is ons verder ook nog het inschikkelijk moment bijgebleven van de meerheidsfracties, toen gedeputeerde Florquin uiteindelijk instemde om – op voorstel van onze  fractie – de inclusiviteit voor álle leden van dit halfrond te ondersteunen in het kader van de reglementswijziging over het gebruik van de infrastructuur van de provinciale onderwijsinstellingen.

De stugge weigering evenwel van de meerderheidsfracties om hierover in debat gaan stelde dan weer teleur, want pas toen gedeputeerde Florquin groen licht gaf, was dát het signaal voor de meerderheid om in stemmen met een inclusieve reglementswijziging voor álle verkozenen.

We betreuren het evenwel dat diezelfde inclusieve beleidslijn tijdens de vorige provincieraad niet consequent werd doorgetrokken, toen een gelijkaardige aanpassing in het reglement op het gebruik van de nieuwe zaal en de infrastructuur in de provinciedomein het Vinne, op aangeven van gedeputeerde Zelderloo, in een opwelling van oude politieke cultuur door de meerderheid van dit halfrond werd weggestemd. Misschien past het hier om speciaal voor de gedeputeerde en de leden van de meerderheid Seneca even aan te halen: het is niet verkeerd beleid te veranderen wanneer de omstandigheden veranderd zijn.

• Ook de ingrepen tegen wateroverlast en erosiebestrijding en het aansluitende gevoerde preventief beleid verdient een pluim. Dat de verantwoordelijke gedeputeerde hier de prioriteiten bewaakt, plannen ontwikkelt en regelmatig haar geduld verliest wanneer er bij de uitvoering van die plannen obstakels en vertragingen opduiken, kunnen we alleen maar als positief beoordelen.

• Tenslotte heeft onze fractie dit jaar ook twee keer de primeur meegemaakt van de zogenaamde ‘e-commissie’: één keer bij de raadscommissie Financiën, fiscaliteit, personeel, vorming & informatie en één keer bij de commissie Ruimtelijke Ordening, verkeer & Mobiliteit. Zelfs die innovatie wierp – zij het ongewild – positieve vruchten af: deze virtuele procedure was wellicht één van de meest klimaatvriendelijke en kostenbesparende maatregelen die er het afgelopen jaar onder dit dak werden getroffen.

Desondanks krijgt deze, weliswaar ecologisch verantwoorde, digitale raadscommissieprocedure in 2017 best een transparante en duurzame regeling in het huishoudelijk reglement, zodat ook de commissiewerking op peil blijft. De raadsvoorzitter heeft zich ter zake alvast geëngageerd en dus voegen we ook dit element graag toe aan ons lijstje constructieve signalen.

Hinkstapspringen

Gedeputeerde Monique Swinnen verwees vorige week tijdens haar uiteenzetting naar de totstandkoming van het meerjarenplan dat ze – in het licht van de uitgestelde afstoting van de persoonsgebonden bevoegdheden naar 2018 – vergeleek met de olympische discipline van het hinkstapspringen.

hinkstapspringen

Hoewel niet geheel onverdienstelijk als metafoor om de soms onvermijdelijke, vervelende neveneffecten van een complexe bestuurlijke hervormingsoperatie  te schetsen, valt of staat het succes waarmee deze atletische sport wordt beoefend met de precieze plaatsing van de merktekens bij het begin van de aanloop, zodat de afstootvoet precies voor de plasticinebalk wordt neergezet. Niet te veel ervoor, want dan worden te veel centimeters ingeleverd; ook niet op de plasticinebalk want dat maakt alle inspanningen tevergeefs. De juiste snelheid en timing van zowel de afstoot, het hinken, stappen als het springen levert de verste landing. En zelfs net voor de landing kan concentratieverlies nog voor een ongelukkige achterwaartse val in de zandbak zorgen waardoor de prestatie uiteindelijk aan resultaat moet inboeten. We stellen ons de vraag of het dan niet terecht is, dat de atleet zijn geplaatste merktekens voor zijn aanloop bijstelt om een betere resultaten te kunnen leveren?

Bovendien gaat het hier om een discipline die best zonder achteruitkijkspiegel wordt beoefend. Vandaar ook dat gedeputeerde Monique Swinnen al heel snel tijdens haar uiteenzetting opriep om te kijken “naar wat er voorligt” eerder dan wat achter ons ligt.

In hun tussenkomsten vorige week, lieten de meerderheidsfracties, 2,5 jaar na de beslissing van juli 2014, nog altijd uitschijnen alsof het die afslankingsoperatie omkeerbaar is, genomen door een homogene N-VA-regering, terwijl dat akkoord – zoals iedereen weet – behalve door N-VA, ook door CD&V en Open VLD werd ondertekend.

Hier past dezelfde zinssnede die we als N-VA-fractie laatst in de schoot kregen geworpen, toen we uitleg vroegen in een dossier: “stel uw vraag in een ander halfrond, waarvan ik denk dat u ook deel uitmaakt. Ik denk dat ge daar meer informatie kunt krijgen.”

Uitdrukkingen als “beknotting van de provinciale financiële bewegingsruimte”, “uitstelgedrag”, “gebrek aan gedragenheid” en “gebrekkige amputatie van de provincies” werden daarbij niet geschuwd. Bovendien werden deze kwalificaties kwistig opgehangen aan N-VA-kopstukken uit de Vlaamse regering.

Gekaderd binnen de bekende fasentheorie van het rouwproces lijken de meerderheidsfracties van onze provincie, er bijgevolg maar niet in te slagen de beknellende ontkenningsfase van een onomkeerbare bestuurlijke beslissing, naast zich neer te leggen en de stap te zetten naar de uiteindelijke fase van de aanvaarding.

Van de Groen-fractie konden we trouwens niet alleen vernemen dat, in afwachting van hun afschaffing  – en ik citeer letterlijk –  “de provincies best mogen verder bestaan”, maar óók dat dat voortbestaan bij voorkeur samengaat met “brede bevoegdheden”.

Als men dan toch een warm pleidooi wil houden voor provincies met brede bevoegdheden en daarbij bijvoorbeeld wijst naar de meerwaarde van onze provincie voor de jeugdsector,  dan zijn o.a. sensibiliseringscampagnes over “studietips”, “reflecterende rugzakhoezen”, investeringen in “nieuwe luifels”, “een waterverzachter” en “een combispoeler”  voor een jeugdverblijfcentrum, misschien toch niet meteen de meest verpletterende voorbeelden.

Samengevat: het symptomatisch gemor over bestuurlijke hervormingsbeslissingen die niet meer worden teruggeschroefd, is niet alleen zinloos, maar helpt bovendien geen enkele inwoner van onze provincie vooruit.

Provinciale debatcultuur

De provincie blijft trouwens de bestuursplek bij uitstek die zich grotendeels kán onttrekken aan de politique politicienne en waar niet elke oneliner voor autopsie onder de mediamicroscoop komt te liggen. Het provinciebestuur kan bovendien rekenen op een zeer inschikkelijke pers, die doorgaans tevreden is met het kritiekloos overnemen van goed-nieuws-persberichten die de provincie aan de lopende band verspreidt.

Die relatieve luxe schept extra ruimte voor het inhoudelijke debat tussen meerderheid en oppositie, los van het vaak doorzichtige, partij-politieke theater. Onze fractie vindt het dan ook jammer dat – schaarse momenten uitgezonderd – die ruimte niet vaker wordt aangegrepen om het inhoudelijke debat te voeren. In plaats daarvan schakelt de meerderheid liefst over op de automatische piloot.

Overigens lijkt het met dat opgelegde, provinciale afslankingsdieet momenteel nog behoorlijk mee te vallen:

Tussen de “beknottingen” en “amputaties” door, moeten we immers vaststellen dat in een klimaat van besparingen, de exploitatie- en investeringskosten van de provincie aanzienlijk stijgen en dat terwijl de inkomsten dalen.

Ook op personeelsvlak evolueert het aantal voltijdse equivalenten nog steeds in stijgende lijn: van 640 in 2014, naar 680 in 2015 naar 677 in september 2016. Bij dat laatstgenoemde cijfer werd het aantal personeelsleden in loopbaanonderbreking trouwens nog niet ingevuld. Het is bijgevolg niet uitgesloten dat dit cijfer ook in 2017 opnieuw hoger zal liggen – zoals trouwens ook wordt aangegeven in de planning.  Ook dat is een opmerkelijke evolutie tijdens het inzetten van een afslankingstraject.

Ondanks volhardende pogingen, blijkt het voor de deputatie trouwens nog steeds uiterst moeilijk om de mist over de personeelsevolutie te laten optrekken. De regelmatige, open en transparante communicatie die de deputatie hieromtrent beloofde, bleef ook afgelopen jaar dode letter.

Prijzige subsidieomwegen

Inzake provinciaal subsidiebeleid vloeien er alvast heel wat middelen richting projecten, initiatieven en netwerken die  zich uitstrekken over heel Vlaanderen en ofwel: Vlaamse projecten als geheel, dan wel de Vlaams-Brabantse afdeling ervan ondersteunen: het Vlaamse infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT), De Vlaamse hulporganisatie Boeren op een Kruispunt, Agro-Bedrijfshulp, het Steunpunt Groene Zorg, de Provinciale Landbouwkamer (met de steun van de provincie en de Vlaamse administratie Landbouw) of de vzw Vlajo (in partnership met het Vlaams agentschap voor innoveren & ondernemen).

Dergelijke subsidies illustreren niet alleen het nut van een provinciale afslanking, maar geven ook aan dat deze operatie nog wel een stuk verder kan reiken. De meerkost van die versnipperde en gefragmenteerde financiële injecties die, met of zonder subsidiereglement en via meervoudige subsidiesporen, uiteindelijk toch bij dezelfde begunstigden terecht komen, zou immers  beter worden aangewend om beleid te voeren.

Als voorstander van het subsidiariteitsbeginsel, stelt de N-VA zich eveneens de vraag waarom de provincie via subsidies gemeentelijk beleid moet beïnvloeden. Waarom niet snoeien in de overheadkosten, de wildgroei aan subsidiereglementen en de subsidieverkruimeling, ook voor deze die zonder reglementen worden toegekend.

In plaats daarvan kan het geld ook onmiddelijk naar de gemeenten gaan, zodat deze lokale besturen zelf kunnen bepalen waaraan zij hun middelen spenderen. Het is uiteindelijk aan de kiezer-belastingbetaler-financierder om de lokale beleidskeuzes te evalueren. De prijzige omweg via de provincie is daarbij niet meer dan een overbodig, parallel pad.

Eenzelfde bedenking geldt trouwens voor de organisatie van het onderwijs via het net van het gesubsidieerd officieel onderwijs, waarvoor de provincie een ruim investeringsbudget blijft uittrekken, terwijl een integratie binnen het gemeenschapsonderwijs een logische stap in efficiëntieverbetering zou betekenen.

Blanco cheque

Verder merken we dat in het domein «Mens» het aandeel van de nominatieve subsidies waarvan de begunstigenden pas in de loop van 2017 – via budgetwijzigingen – worden bekend gemaakt, toeneemt: was dit in de budgetopmaak voor 2016 al 52 procent, dan loopt dit in de budgetopmaak voor 2017 met 5 procentpunten verder op 57 procent op een subsidie-enveloppe van 2 miljoen euro! Daarmee wordt een blanco cheque van ruim een miljoen afgeleverd om daarna pas op zoek te gaan naar begunstigen, al dan dan niet met de juiste politieke kleur.

Het blijft trouwens opmerkelijk hoezeer men, 30 jaar na de publicatie van het boek « De verzuiling voorbij»  van politicoloog Luc Huyse, nog steeds in belangrijke mate de begunstigen van heel wat subsidies kan voorspellen aan de hand van de politiek kleur van gedeputeerden. Op basis van de jaarrekening 2015 stelden we bijvoorbeeld vast dat zuilgebonden subsidies in bepaalde domeinen of deelgebieden oplopen van ruim de helft tot bijna 70 procent van de uitgegeven subsidiebedragen.

Daarenboven zien we ook dat de nominatieve subsidies jaar na jaar oplopen tot meer dan 10 procent van de exploitatie-uitgaven, waardoor dit wellicht ook een uitgelezen plek is om op zoek te gaan naar middelen.

Daarnaast valt in de lijst met nominatieve opdrachten van werken en diensten op dat het vooral om investeringen in het beleidsdomein Vrije Tijd gaat. Van de zeven opgenomen werken waarvan de gunningswijze al gekend is, zullen er niet minder dan vier worden gegund via een onderhandelingsprocedure, al of niet met bekendmaking. Na de ‘onthullingen’ in de raadscommissie over de werkelijke reden voor de toepassing van dergelijke uitzonderingsprocedure, blijven wij  met meer vragen dan antwoorden zitten.

Deze lijst met nominatieve opdrachten ontneemt de raadsleden bovendien de kans om de dossiers in de bevoegde raadscommissie te kunnen bespreken en beoordelen. Dat hier vaak gegoocheld wordt met bedragen waar jonge gezinnen, die voor een eigen woning sparen, alleen maar kunnen van dromen, is ons niet ontgaan. 

Ondertussen moeten, binnen de hertekende kerntaken, de bosgroepen en de regionale landschappen inbinden op de werking.  Groen is blij dat ze een nieuwe samenwerkingsovereenkomst konden sluiten met de Regionale Landschappen, maar spreken in hun repliek niet over de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de vier bosgroep-vzw’s.

Vraag is trouwens of er wel een samenwerkingsovereenkomst is afgesloten? Het is in elk geval belangrijk dat de expertise tijdens de transformatie niet verdampt en het vrijwilligersnetwerk dat door hard werken is opgebouwd, kan worden geconsolideerd.  Wij hebben de deputatie hier al verschillende keren op gewezen. Zij zal in elk geval niet kunnen zeggen – en ik hierneem hiervoor graag de uitdrukking die de fractievoorzitter van Groen vorige week in zijn repliek gebruikte: ‘Wir haben es nicht gewusst’. De N-VA-fractie zal hoe dan ook, nauwgezet in het oog houden of er inderdaad met minder geld, meer zal worden bereikt.

Afslanking fractie- en partijmiddelen

‘Meer bestuurlijke efficiëntie en betere, kwaliteitsvollere dienstverlening aan de burger’ is een welluidende, vaak terugkerende slogan waarmee sommigen het bestaan van provincies, al dan niet met volle bevoegdheden, graag blijven verdedigen.

In dat verband wil ik er toch even aan herinneren dat er iets schort aan dat ogenschijnlijk altruïstisch beeld. Ter illustratie: van de eerste 60 voorstellen die de provincieraad dit jaar behandelde, gingen er 21 – dat is meer dan één derde – over aanstellingen en vervangingen van raadsleden uit de meerderheid in intercommunales en vzw’s allerhande.

Slankere provincies betekenen niet enkel provincies met minder bevoegdheden en minder politiek personeel, maar ook provincies met minder nood aan provinciale partijwerking. Met andere woorden: ook de financiële ondersteuning van de politieke fracties en partijen door de provincie moet volgens ons slanker.

Onze fractie zal daarom in 2017 een initiatief nemen om de provinciale financiering van de politieke partijen in overeenstemming te brengen met het afgeslankt provinciaal takenpakket. Daarmee blijven we als N-VA consequent met de lijn die we in dit dossier altijd hebben verdedigd: we besparen niet op de dienstverlening aan de burger, wel op de politieke structuren. Zo komen we tot een slankere én efficiëntere overheid.

Op het moment dat de provincies afslanken, is immers de logica zelve dat ook de subsidies dalen die provinciebesturen jaarlijks uitkeren aan politieke partijen en fracties. Slankere provincies betekenen niet enkel provincies met minder bevoegdheden en minder politici, maar ook provincies met minder nood aan provinciale partijwerking. Net zoals het aantal mandaten halveert vanaf 2019, zal onze fractie in 2017 voorstellen om vanaf datzelfde jaar ook de provinciale subsidies aan politieke partijen en fracties te halveren.

Alleen al voor onze provincie zou dat een jaarlijkse, directe besparing van 344.000 euro opleveren.

In de raadscommissies zelf bleken er afgelopen jaar steeds minder relevante agendapunten op tafel te komen. De lichte soortelijke massa van de te behandelen dossiers kon vaak niet worden verbloemd.

Voor een aantal commissies, waarvan de tijdsduur niet langer dan 10 minuten bedroeg, zou men alvast kunnen nadenken over bundeling, het voorbeeld van provincies die naast een centrale beleidscommissie en een subcommissie, volstaan met drie gewone beleidscommissies.

Meneer de voorzitter,
Meneer de gouverneur,
Leden van de deputatie,
Beste collega’s,

Ik rond af met het besluit dat onvermijdelijk volgt uit deze uiteenzetting en evaluatie van de budgetopmaak voor 2017; namelijk onze fractie zal dit budget en deze meerjarenplanning ook dit jaar niet goedkeuren. Tot slot dank ik de administratie voor de dagdagelijkse inzet en zeker voor het oplossen van onze bekommernissen in meerdere tabellen.

Ik dank u.»

Linda Van den Eede,
Fractievoorzitter N-VA provincie Vlaams-Brabant
13 december 2016

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is